Jaren ’30, Denemarken. De jonge Maren wordt door de overheid als losbandig en ongemanierd gezien. Uit angst dat haar gedrag anderen zal beïnvloeden, wordt ze naar een vrouweninstelling op het eilandje Sprogø gestuurd. Daar leert ze zich als een deftige dame te gedragen. Haar kamer deelt ze met Sørine, die reeds in het keurslijf is geperst. Maar Maren is niet van plan zich aan de regels te houden met alle gevolgen van dien.