Alleenstaande moeder Sandra woont samen met haar achtjarige dochter in een klein appartementje in Parijs. Naast het zorgen voor haar dochter en haar drukke baan als tolk gaat Sandra regelmatig op bezoek bij haar vader, een oud filosofie professor die lijdt aan een neurodegeneratieve ziekte waardoor hij hard achteruit gaat en niet meer zelfstandig kan wonen. Terwijl Sandra en haar familie druk in de weer zijn met het inpakken van zijn spullen en de moeizame zoektocht naar een geschikt verzorgingstehuis, loopt ze haar oude vriend Clément tegen het lijf waarmee ze het contact was verloren. Ondanks dat Clément een relatie heeft, krijgen de twee een affaire en heeft Sandra na lange tijd weer het gevoel dat ze leeft.