Een mysterieuze moord op leden van een familie in het rustige landelijke dorpje Gokseon. Vrij vertaald betekent de dorpsnaam: ‘het gejammer’ en het is gelegen in een regenachtige, somber deel van het rurale Zuid-Korea.
Bij aankomst op de plaats van misdaad, schrikt sullige politieman Jong-gu van de verdachte. Leunend op een pijler van het huis waar de familie woonde, gedraagt hij zich als een krankzinnige, met vreemde rode blaren over zijn nek en gezicht. Dit is slechts het begin van een serie moorden. De politie concludeert dat de moorden het gevolg van een collectieve verslaving aan giftige paddestoelen zijn. Maar al snel verspreiden de geruchten zich: het wordt veroorzaakt door de nieuwkomer in het dorp, een vreemde Japanse man die altijd aan het vissen is.