In 1935 wordt Antoni Benaiges aangesteld als leraar in een klein, afgelegen dorp in Burgos, Spanje. Zijn klas bestaat uit een groep jongens en meisjes van zes tot twaalf jaar, voor wie het onderwijs tot dan toe streng en traditioneel was. Maar Benaiges doet het anders. Hij neemt een drukpers mee en laat hen schrijven over hun dromen en ambities. Ook doet hij een belofte: op een dag zal hij hen meenemen om de zee te zien.
75 jaar later ontdekt Ariadna de kleindochter van een van zijn leerlingen, het vergeten verhaal achter die belofte. Haar zoektocht naar de resten van haar overgrootvader, een van de velen die ‘verdwenen’ tijdens de Spaanse Burgeroorlog, brengt haar naar een massagraf in Burgos. Daar ontrafelt ze het lot van Benaiges, wiens idealen en vernieuwende onderwijsmethoden hem tot een doelwit maakten.
