In het midden van de negentiende eeuw vertrekt Ada met haar dochtertje Flora en haar geliefde piano vanuit Schotland naar Nieuw-Zeeland voor een gearrangeerd huwelijk. Zij kan niet spreken en het leven daar valt niet mee, net als het leven met haar echtgenoot. Ze raakt buiten zinnen als haar man de piano op het strand achterlaat. Ada krijgt buurman George zover dat hij zich over haar piano ontfermt. Hij wil daarvoor in ruil pianolessen, maar verwacht ook andere dingen van haar.