Het zomerseizoen in een kleine Bretonse badplaats loopt ten einde. Elk jaar brengt Louise hier haar zomer door tussen de gezinnen en spelende kinderen. Zoals een oude dame betaamt, moppert ze af en toe wat in zichzelf over de drukte op het strand. Dan mist ze het laatste boemeltje van het seizoen en is ze ineens de enige overgebleven mens in het stadje. Met de gedachte dat een van haar kinderen haar wel zal missen en op zal halen, bouwt ze een hutje op het strand. Zij blijkt opgegroeid in deze omgeving en het zijn vooral jeugdherinneringen waar ze aan terug denkt. Ze onderzoekt haar omgeving, verzamelt haar eten en lijkt zich nergens zorgen over te maken.