Bij kaarslicht kauwt een oude man op wat eten. Het volgende shot is van zijn vrouw, die zo mager is dat haar kin doet denken aan de snavel van een fragiele vogel. De man voedt haar met het gekauwde voedsel uit zijn mond. Dit zijn twee mensen die samen een heel leven hebben gedeeld. Dan vervaagt het beeld tot een verblindende leegte, vergezeld van een crescendo van vogel- en insectengeluiden die geleidelijk oplossen in witte ruis. De vrouw heeft haar laatste adem uitgeblazen. De rest van de film volgt in statische, dialoogloze shots de rituelen waarmee de man probeert om met het verlies van zijn vrouw om te gaan.