Bambas is cum laude afgestudeerd aan het conservatorium. Toch heeft hij geen carrière gemaakt en is in een kleine provincieplaats blijven hangen. Hij staat aan het hoofd van de muziekschool en begeleidt in zijn vrije tijd een amateurorkestje dat speelt bij bruiloften en partijen. Bambas heeft in deze eenvoudige levenswijze een zekere rust en tevredenheid gevonden. Deze worden echter verstoord door de komst van zijn oude vriend en studiegenoot Peter en diens vriendin Stepa.