
Het asociale gezin Flodder woont in een achterbuurt en bestaat uit zeven personen. Moeder, drie zonen, twee dochters, en een seniele opa. De zonen zijn nogal crimineel en de zestienjarige dochter Kees neemt het niet zo nauw met de zeden. Moeder stookt jenever. Door omstandigheden moet het gezin verhuizen naar een villa in een chique buurt. Al gauw ontstaan er spanningen en irritaties met de buurtbewoners.