In 1971 wordt António Lobo Antunes onverwacht opgeroepen om als dokter in dienst te treden van het Portugese leger, dat een gruwelijke koloniale oorlog voert in het oosten van Angola. Ver weg van alles wat hem dierbaar is en in een steeds penibeler omgeving schrijft de jonge arts bijna dagelijks brieven naar zijn zwangere vrouw. Terwijl hij van post naar post verhuist, wordt hij verliefd op Afrika en politiek volwassen. Net als zijn lotgenoten verlangt hij naar thuis, naar zijn vrouw en ongeboren kind, en houden alleen de brieven hem op de been.