Na achttien jaar keert Koffi terug naar zijn geboorteland Congo om er zijn zwangere vrouw aan zijn familie voor te stellen en de traditionele bruidsschat te betalen. De reünie verloopt echter niet zoals verwacht: hoewel Koffi met man en macht probeert de banden weer aan te sterken, is en blijft hij voor de gemeenschap een ‘teken van de duivel’. Koffi lijkt zich moeilijk los te kunnen wrikken uit de diepgewortelde geloofsovertuigingen van zijn familie. Samen met andere ‘duivelskinderen’ besluit hij de vurige strijd aan te gaan om dit helse label van zich af te werpen.