De negentigjarige Antonia blikt vanaf haar sterfbed terug op haar leven. Samen met haar tienerdochter Daniëlle keerde ze, na lange afwezigheid, naar haar vroegere dorp terug. Ze gingen wonen in de oude hoeve van haar pas overleden moeder en Antonia vormde, met het verstrijken der jaren, het middelpunt van een bont communeachtig gezelschap.