Wanneer de Joodse Maria vanwege het naderende naziregime moet vluchten naar Amerika, laat ze samen met haar familie alles achter. De familie raakt hierbij ook vijf belangrijke schilderijen kwijt. Na de oorlog eindigen de kunstwerken in de handen van de Oostenrijkse overheid, die ze tentoonstelt in diverse musea. Eén van vijf kunstwerken was het schilderij 'Portret van Adèle Bloch-Bauer I' van de beroemde Weense schilder Gustav Klimt. Wanneer Maria hierachter komt, slaat ze de handen ineen met de jonge advocaat Randol Schoenberg. Samen vechten ze ruim een decennium lang om de belangrijke stukken terug te krijgen.